Brasem Vissen

Wat is een brasem?

De brasem (Abramis Brama) is een van Nederlands veel voorkomende vissen. De brasem komt voor in vrijwel alle landen van Europa en de vis behoort van oorsprong tot de ‘eigenlijke karpers’ (Cyprinidae). Dit is een familie uit de vissen van de karperachtigen. Tijdens het vissen op karper wordt de brasem vaak beschouwd als de zogeheten ‘bijvangst’, maar de brasem hoort dus eigenlijk ook tot een mooie vangst binnen het karpervissen. Net zoals de karperachtigen woont de brasem uitsluitend in zoetwater. Meer gedetailleerde informatie over karperachtigen vind je hier.

Hoe herken je een brasem?

De brasem is vooral goed te herkennen aan haar slanke lijf ten opzichte van haar lengte en hoogte. De brasem heeft namelijk een hooggebouwd en  afgeplat lichaam met een uitstulpende kop.

Waar is de brasem te vinden?

Brasems zwemmen meestal in scholen. Ze komen voor in bijna alle stilstaande en langzaam stromende (zoet)wateren. De Brasems geven de voorkeur aan modderige bodems waarin ze naar voedsel kunnen foerageren. Daarnaast geeft de brasem de voorkeur aan dieper water, maar bevindt zich voornamelijk in het voorjaar graag in ondieper water.

Wanneer vissen op brasem?

Het vissen op brasem valt onder het witvissen. Dit houdt in dat je het hele jaar door op de brasem mag vissen. Echter zal de vis zich niet in iedere maand van het jaar zich goed laten vangen. In de maanden mei en juni vangt meestal de tijd aan voor de paaitijd van de brasem. In deze maanden laten brasems zich niet snel vangen doordat ze dan druk bezig zijn met het paaien. De beste tijd om brasem te vangen is na de paaitijd. In de maanden juli t/m december is dan de beste tijd om brasem te vangen.

Hoe kan je op brasem vissen?

Brasem is goed te bevissen met een vaste hengel en 12/00 tot 16/00 mm dikke lijn. In stilstaand water kun je een fijne dobber gebruiken om 1 tot 1,5 gram lood vast te houden; in stromend water heb je een zwaardere pen nodig. De haakmaten 8 t/m 14 zijn hierbij geschikt. Het aas voor de brasem moet dicht bij de bodem liggen. Gebruik vervolgens bijvoorbeeld een snowman-rig met een normale boilie.

Vinden van een stek

Brasem komt vooral voor in open wateren waar de bodem zacht is. Fijnkorrelige grond is erg populair omdat de voedselfiltratie bij deze grondsoort optimaal is. Omdat een zachte bodem een veel voorkomend is in open water, is het kiezen van een goede zwemplek voor brasem niet altijd eenvoudig. Misschien is het beter om plaatsen uit te sluiten waar brasems niet willen zijn. Zo worden de vissen niet vaak aangetroffen in snelstromende wateren. Het kost brasems namelijk veel moeite om zich in stromend water te begeven door de hoge en slanke bouw die de vis heeft. Ze zoeken liever plaatsen met minder stroming, of kiezen plaatsen met een wisselende bodem, waar hij de grootste stroming kan vermijden.

Overdag verblijven brasems graag in dieper water en weg van de kant. In de schemering durft de brasem zich in de meer ondiepere gebieden bij de kant te begeven, omdat ze dan minder snel ten prooi vallen voor volgels zoals reigers en vooral aalscholvers. Aalscholvers hebben geen problemen met een brasem van 30 cm in lengte. Door zijn hoge structuur is de brasem langzamer dan andere vissoorten, waardoor zij vaak ten prooi valt aan deze visetende vogels. Het is zelfs zo dat brasems hele jaargangen kunnen uitsterven in gebieden waar veel aalscholvers zitten.

Gebruiken van het aas

Wanneer je op brasem gaat vissen heb je een ruime keuze rondom het gebruik van verschillende soorten voer en aas. Brasems zijn geen lastige eter en voeden zich zowel op boilies, pellets, wormen, zaden en maden. Maden met en regenwormen zijn vaak erg populair, maar deeg met mais hebben zich ook al vaak genoeg bewezen. Wanneer je minder andere soorten witvis wil vangen hebben daarvoor de afgelopen jaren de pellets en boilies ook een flinke opmars in de populariteit genomen. Bovendien zijn boilies en pellets ook erg betrouwbaar doordat ze stevig op de hair van de haak bevestigd blijven.